gedichten
Ik herinner me vrij zwemmen:
kleren en schoenen aan de ijzeren haak
een stem door de luidspreker
die nummers afroept
Ik herinner me schoolzwemmen:
drijfkurken zijn overbodig
zwemmen kunnen we allang
Toch steek ik nog wat op:
in de deur van het kleedhokje staat gekerfd
waar de baby’s vandaan komen
© Margriet van Bebber
In: Haags Verleden in Gedichten,
R.G. Ruijs Stichting 2020
Suze
– op Suze Robertson, schilder [1855 – 1922]
begraven op Oud Eik en Duinen-
Van Goghs evenknie
vinden ze van Suze
maar het is 1880
en ze is vrouw
De belangrijkste schilderes van de eeuw
zeggen ze later van Suze
maar het is nog 1880
en ze is vrouw
Poezen en lieve gezichtjes
verwachten ze van Suze
want het is 1880
en ze is tenslotte vrouw
Toelating tot de naaktklas
van de academie eist Suze
‘Schande!’ roepen ze in 1880
toch lukt het haar als eerste vrouw
Suze stopt met haar baan
en de zorg voor dochter Sara
stort zich op het boerenleven
in moddertinten en vette streken
Want naakten zal ze schilderen en vrouwen
bezig brood te snijden en te breien
aardappels te schillen, wol te spinnen
takken te breken en schoven te binden
Van Gogh krijgt wereldfaam
Suze is bijna vergeten
Suze is vrouw
en de vrouw is haar muze
© margriet van bebber
Geschreven t.g.v. Dichter bij de Dood, 2 november Allerzielen op Begraafplaats Oud Eik en Duinen Den Haag. Foto: Marjon van der Vegt.
nu we niet meer geven om tijd, geef ik je november
of liever van november de extremen
ik geef je 21 graden van het Limburgse Buchten in 1955
voor een strandpaviljoen in Scheveningen
waarvan men opslag in de winterberging is vergeten
het is november dus kan het dooien kan het vriezen
een sneeuwdek van 21 cm geef ik je en 16,7 graden vorst
in 1973 in het Groningse Ten Post gemeten
de windstoot van 162 km van Cadzand in 1972
geef ik je niet: daar vielen doden bij
je koude jij geef ik het record smelten
in deze ijsdans met mij
© margriet van bebber
Geschreven t.g.v. Dichter bij de Dood, 2 november Allerzielen op Begraafplaats Oud Eik en Duinen Den Haag.
wacht op aflandige wind
dool met blote voeten over
zandribbels doorwaad geulen
raap handenvol strandgapers
raak onder blauwe maan
verzeild in muistromen
en oefen in doelloos drijven
één van de 20 winnende gedichten op palen in de branding
van Bergen aan Zee bij strandpaviljoen Blooming Beach
23 mei tot 6 juni 2017
wij gaan op benen die niet bij ons horen
als koppoters op een kindertekening
onze gang voert over bonkige aardappelen
paarswitte uitlopers grijpen naar enkels
met rondvonkend hoofd en baardige keel
tollen wij de tedere drempel over
voeten gepoot nog in vluchtwater
uit een zak verjaarde tuinaarde
breekt blind de nachtschade uit
In: Tussen Werelden
bundel t.g.v. Kunst- en Cultuurroute Middelburg 6 november 2016
Illustratie [niet in bundel] Margriet van Bebber
als ik jou later had ontmoet dan vroeg
niet toen we stiekem buurmans appels stalen
niet toen jij stoer mijn blauwe zwemtas droeg
we briefjes schreven in geheime talen
niet in de bunker met wat drabbig water
waar wij in ‘t tussenuur op een matras
en tussen vreemd geritsel vrijden; later
toen ik al lang en breed volwassen was
we hadden vast niet naar gezag geluisterd
de kapelaans, de paters en de goden
we hoorden vast niet wat werd ingefluisterd
van hoe het hoorde of wat was verboden
wie weet het? waren wij gaan samenleven
of waren wij toch ik en ik gebleven?
Shakespearesonnet thema ‘liefde’. In: programmaboekje concert Songs and Sonnets t.g.v. Shakespeare 400. Door Nieuw Kamerkoor Delft en Poëziewerkplaats Delft 5/6 november 2016
de dunne ik
keukenprins
rode rozen en tortilla’s
dubbelliefde
hete vuren
altijd iets te vieren!
het huwelijk van 158 pond
liefdestafelen
de dikke ik
helemaal gelukkig word je nooit
troost en de geur van koffie
c’est la vie
Stapelgedicht in: Haags Kunst Kookboek t.g.v. 125-jarig bestaan Haagse Kunstkring 2016
Er ligt een smalle straat
waar stallen van een stadspaleis
zomaar een paradijs verbergen
vlinder- en vogeltjesgeheim
Er zweeft een hemels dak
waar onder dwarse balken
de wind haar zaaigoed strooit
en wacht op rozenbotteloogst
Er waait een zachte bries
die overal haar bloemen stalt
waar tulpen het gordijn doen bollen
en vazen licht omarmen
Er staat een sofa op wit marmer
waar kleuren kussens kussen
er groeit een boom met vruchten
wees gerust: hier mag je plukken
Dichter in de winkel t.g.v. 125-jarig jubileum Haagse Kunstkring 4/5 juni 2016
Gedicht: Margriet van Bebber – Foto: Mariet Lems – Locatie: Windsister Warehouse, Denneweg 4
ik speelde visje met jantje, dan was
ik de vis, dan was het zeil het water
ik had meer strik dan haren, ik moest
een versje opzeggen – de spin sebastiaan
voor mevrouwen met forse borsten
ik had schrik, wist ík wat een drang was
ik danste glimwormpje met een lichtje
op mijn hoofd, ik danste onder visnetten
i’am your venus, i’am your fire, yeah baby
she’s got it. ik schrok, wat deed die hand
onder mijn hemd, ik had zuigzoenschaamte
ik zat op het schellinkje niet te snappen
wat ik zag, ik zag antigone en spoken
speelde toneel in alleman, ik speelde meisje
© margriet van bebber
In: Liegen op een hoger plan │ Uitgeverij Van Gennep
de beste 100 gedichten van de
Turing Nationale Gedichtenwedstrijd 2014